Boekenblog; Thomas Rosenboom en zijn “strevende personages”

Gepubliceerd op: 29 maart 2018 08:54

Als auteur heb je heel veel bereikt als men op bepaalde plekken aan een van je boeken moet denken. Reve en Betondorp, Vestdijk’s alter ego Anton Wachter naast Ina Damman, gelukzalig haar schooltas dragend op weg naar het station van Harlingen, Voskuil’s Bureau op de Kloveniersburgwal, het Americain van en met Harry Mulisch, om maar wat te noemen. Sinds 1999 is daar het Victoria Hotel in Amsterdam bijgekomen.

Vrijwel iedereen die Publieke Werken van Thomas Rosenboom heeft gelezen, kan dit imposante gebouw met de twee daarin totaal niet passende huisjes niet zomaar passeren. Het drama dat zich daar, dankzij Rosenbooms ongebreidelde fantasie, heeft afgespeeld laat niemand onberoerd. Zie ook de video onder deze blog.

Het is maar een van de (vele) ongelukkige voorvallen uit dit magistrale  boek: een aantal dat sinds verschijning van andere noodlotromans als De nieuwe man, Zoete mond, De rode loper gestaag is toegenomen. Daarvoor had Rosenboom al meer schitterende verhalen geschreven -De mensen thuis, Vriend van verdienste en Gewassen vlees- waarin mannen keer op keer koppig streven naar iets wat zij niet voor elkaar krijgen -en daaraan ten onder gaan. Dit neem ik dit aan op gezag van een vriend, want ja, deze boeken moet ik nog lezen.

Onafwendbare ellende

“De magie van Rosenbooms romans berust op een aantal klassieke literaire factoren, die uitmuntend tot uitvoer zijn gebracht. De historische achtergronden in Rosenbooms romans zijn goed gedocumenteerd en overtuigen zonder dat ze het verhaal in de weg zitten. Er is sprake van ‘een strevend personage’ en het verhaal heeft een klinkende plot. Daarbij komt dat de stijl van Rosenboom uitermate verzorgd is, scherp en met oog voor detail. Dat maakt dat al zijn romans echte pageturners zijn en een verhaal bevatten waarin de personages onherroepelijk en op even fijnzinnige, vaak wreed-humoristische wijze naar de afgrond worden gevoerd. “

Afgezien van het detonerende woord pageturner, is dit een fraaie karakterisering van Rosebooms oeuvre, te vinden op de website van het Letterenfonds. Bij al zijn boeken valt  juist zijn magistrale  gebruik van het Nederlands op. Liever vergeten woorden als heumig, ijlhoofdig en smukte dan would be Engels. Het is voor hem heel natuurlijk, het teruggrijpen naar Couperiaanse zinnen als  “Heel even doorgloeide hem de heerlijkheid van Laura” . Na een tijdje weet je als lezer niet beter en verlang je naar een woord als briek. In De rode loper, een roman over een voormalige roadie,  gebruikt hij trouwens de taal van de jaren ‘70 met grote kennis. Ach, Rosenboom is van elke taalmarkt thuis, als cum laude afgestudeerd Neerlandicus en hertaler van verschillende zeventiende-eeuwse auteurs.

Vergeten verhalen

Veel publiceren doet Thomas Rosenboom niet, dat is bekend. Zijn laatste boek dateert van 2012. Hij doet jaren over een boek -de documentatiefase is voor hem van wezenlijk belang. Waarschijnlijk is hij zo’n ongelooflijke perfectionist dat echt iedere zin, ieder woord op precies die plek moet staan waar hij hem wil. Ook daarna is hij niet snel tevreden. In de (geweldige) verhalenbundel Hoog aan de wind (2006), een soort overzicht van zijn verspreide verhalen, staat bijvoorbeeld wel De jongen met de viool, uit zijn debuut De mensen thuis, maar niet de twee overige verhalen. Heel mooi is in Hoog aan de wind te zien hoe lang Rosenboom op zijn onderwerpen kauwt:  De vissers, verschenen in het tijdschrift De Revisor, in 1987, komt in compleet omgewerkte vorm- en nòg navranter- terug als hoofdstuk in Zoete mond (2009!). Daarentegen is het verhaal De onthulling bij mijn weten alleen te vinden in het Querido -jaarboek van 1986 Keizerin van Europa. Het speelt overigens in Americain en een bejaardentehuis -nee dat is niet hetzelfde. Dit geldt ook voor Missa d’artista in Dat was nog eens luisteren!, een eerder Querido –jaarboek. Nergens anders te vinden.

Kortom: Thomas, kom met een nieuw boek, op naar je derde Libris Literatuurprijs –die hij als enige twee keer won. Wees gul en goedgeefs voor je vele bewonderaars, en bundel alle verspreide verhalen- ze zijn echt goed genoeg!


Leo Willemse, geboren en getogen in Amsterdam-Noord, werkte vanaf 1973 in talloze functies bij de OBA. Hij nam afscheid in april 2017, maar schrijft gelukkig nog met regelmaat boekenblogs voor de OBA. Hij leest ongeveer 100 boeken per jaar, van literatuur tot strips. Het resultaat van meer dan 60 jaar lezen vind je terug in zijn Boekenblogs waarmee hij in 2010 begon.

Lees meer OBA-blogs.