De komende Boekenweek is de 90e editie. Voor deze extra feestelijke – en extra lange – week lanceerde de CPNB een schrijfwedstrijd voor auteurs, net als tussen 1947 en 1961 een aantal keer gebeurde. De jury die het winnende manuscript koos, bestond uit Rik van de Westelaken, Noah de Campos Neto, Liesbeth Rasker, Lidewijde Paris, Jan Peter Prenger, Ernestine Comvalius, Tiziano Perez, Hanna Bervoets en Tom Lanoye.

Over Gerwin van der Werf

Gerwin van der Werf is behalve schrijver ook recensent en leraar muziek. Zijn meest recente boek is Wilgeneiland. Trouw schreef over deze roman: 'Een spannend boek dat je tot het eind in zijn greep houdt.’ Daarvoor publiceerde hij De droomfabriek, over een jonge docente op een vmbo-school in een achterstandwijk. In 2020 verscheen Strovuur, over de 17-jarige Fay die met haar neef Elvin in een oude auto op weg gaat naar Parijs, maar strandt op het Vlaamse en Waalse platteland. Dit boek kwam op de shortlist voor het Beste Boek van Jongeren. Een onbarmhartig pad (2018) werd genomineerd voor de Libris literatuurprijs. Naast zijn romans publiceerde hij 2 bundels met verhalen over zijn werk als muziekleraar. Ook schreef hij jarenlang een column voor dagblad Trouw.

De geschiedenis van de Boekenweek

Ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van de Uitgeversbond werd 15 november 1930 uitgeroepen tot Boekendag. Speciaal voor deze dag werd het boekje De uitgever en zijn bedrijf van Johan Tersteeg cadeaugegeven bij aankoop van een boek. Al snel groeide de Boekendag uit tot een heuse Boekenweek, die voor het eerst officieel gevierd werd in 1932. Daar hoorde ook het eerste officiële Boekenweekgeschenk bij, dat de toepasselijke naam Geschenk droeg, met daarin bijdragen van 33 schrijvers.

Eerdere winnaars van de CPNB-schrijfwedstrijd

In 1947 organiseerde de CPNB voor het eerst een wedstrijd onder 45 schrijvers. De jury koos uit alle ingezonden manuscripten De ontmoeting van Antoon Coolen, maar zijn naam stond niet op boek. Lezers moesten raden wie de schrijver was. Tot en met 1952 werd ieder jaar een wedstrijd georganiseerd en konden lezers raden naar de identiteit van de auteurk. Zo kregen lezers in 1948 Oeroeg van Hella S. Haasse cadeau, in 1949 Twee negerpopjes van Clare Lennart, in 1950 De zaak Beukenoot van Marianne Philips, in 1951 De porseleintafel van Olaf J. de Landell en in 1952 Insecten in plastic van Manuel van Loggem. In 1953 zag de jury af van het kiezen van een winnaar vanwege gebrek aan kwaliteit. Op het laatste moment werd een bundel met tien verhalen samengesteld door Anthonie Donker. In 1957 werd de traditie weer opgepakt, winnaar was De nacht der Girondijnen van Jacques Presser en in 1958 Het gehucht van August Defresne. De twee jaren daarna vond de jury de kwaliteit van de ingezonden manuscripten weer niet goed genoeg. In 1960 het format won Elisabeth Keesing met De zalenman. En in 1961 schreef Agaath van Ree de novelle De onbekende uren. Zij was de tiende en laatste winnaar van de novellenschrijfwedstrijd.