Boekenblog; Dwalen door Bomarzo met Hella Haasse

Gepubliceerd op: 15 mei 2014 14:31

Een regenachtige vakantiedag in Italië bracht ons in Bomarzo. Ik had op zo’n dag gehoopt, want dan konden we de beroemde tuinen daar bezoeken.

In 2004 had ik De tuinen van Bomarzo van Hella Haasse eindelijk gelezen. Kees Fens had ons, 1970,1971?, op de Bibliotheekschool al uitgelegd dat dit Hella’s beste boek was. Nu blijkt dat zijn eerste artikel voor De Volkskrant, 1 maart 1969, een bewonderende bijdrage van juist dit boek was: “volgens Fens nam het de vorm aan van het erin beschreven labyrint: 'Door een wirwar van gangen, waarin op het eerste gezicht geen patroon aanwezig is, moet de schrijfster haar weg zoeken, langs een dunne draad van intelligentie en kennis.' In 1968 had Hella Haasse al een indrukwekkend oeuvre op haar naam staan, denk aan Oeroeg, Het woud der verwachting en De ingewijden. Daar kwamen nog vele schitterende titels bij, met Heren van de thee als geliefd hoogtepunt. Maar ook Sleuteloog en haar laatste verhalenbundel Het theehuis zijn hoogtepunten. Vooral het allerlaatste verhaal, Een kruik uit Arelate waar zij in 15 pagina’s drie verhalen vertelt, en daar zo subtiel met kennis en stijl strooit, dat ik naar adem hapte. Wat nou Grote Drie! Hella Haasse hoort daar gewoon bij. Het kon haar niet schelen, ze had geen polemische natuur. Ze schreef wel veel essays - opstellen in gewoon Nederlands.

Doolhof met wandelkaart

Mijn “verslaving” aan Haasse begon in de jaren ’90, na De Ingewijden, een dikke roman vol ingewikkelde persoonlijke relaties, spelend in een onherbergzaam gebied. Intrigerend. Ingewikkeld, daar komt het bij Haasse toch vaak op neer. Niet nodeloos ingewikkeld geschreven, want haar stijl is helder, maar haar overwegingen, overpeinzingen, zijn zelden eenduidig. Daarom liet ik De tuinen van Bomarzo nog “even” liggen. Dat was verstandig, want net als de echte tuinen is het boek -geen roman, geen essay, geen verhaal- een doolhof. Niet alleen de wandelaar en lezer verdwaalt, maar ook Hella Haasse zelf. Op reis door Italië komt zij in Bomarzo aan, in 1965 nog geen toeristische attractie. Bijna maakt zij haar dochter gelukkig door niet naar binnen te (kunnen) gaan, maar het komt er dan toch van. Vanaf dat moment lopen de gebeurtenissen en de zoektocht van Hella naar opheldering,verklaring van de al in de zestiende eeuw geplaatste “monsterbeelden” dwars door elkaar heen. Natuurlijk maakt Hella Haasse daar geen warboel van, maar eenvoudig is het zeker niet. Het boek is tegelijk ook een wandelkaart door de schitterende,mistroostige tuinen, waar het ene fantastische na het andere groteske beeld, gemaakte ruïne en waterpartij zich aan je openbaart.

Verwarring ontward

Aan het einde van dit boek had ik trouwens wèl een soort sleutel tot het werk van Haasse in handen: labyrinten, knopen, doolhoven, die vervolgens opengelegd, ontward worden, met verbeelding en zucht naar kennis als grote kracht. Als een ander boek dan ook nog eens Sleuteloog heet…Natuurlijk had ik de pé in het boek niet bij me te hebben. Het ligt trouwens wel in de vitrine in de bezoekersruimte, samen met boeken met werk van Carel Willink die zich, als vele andere kunstenaars, ook liet inspireren door Bomarzo.

Hoe een mens door Haasse, Bomarzo en zichzelf in de war kan komen, bewijst mijn herinnering aan De tuinen. Volgens mij kwam Haasse in Bomarzo in een staat van persoonlijke verwarring, en hielp het bezoek aan de tuinen haar die verwarring op te heffen. Dat is misschien wel zo, maar de echte verwarring staat in een heel ander boek, de kleine roman Cider voor arme mensen(1960).Ook geweldig trouwens, speelt in een al even mistroostige en fascinerende streek in Noord-Frankrijk. Dat ik niet zo maar doolde, bewijst de herlezing van Cider door Arjan Peters in 2008 : Het décor moge ietwat verouderd zijn, de wurgende patstelling is er een van alle tijden en generaties. In den vreemde kan men soms kennis over de eigen situatie opdoen, ook al komt die kennis de romantiek niet ten goede. En weer valt op hoe constant Haasses thematiek is:haar personages worden een doolhof in getrokken, overzicht ontbreekt en al denkend en worstelend leren ze dan iets over zichzelf.

Helemaal waar! Een mooi resultaat dus van een regenachtige dag in Italië. De tuinen van Bomarzo zijn trouwens ook zonder al die kennis een bezienswaardigheid van allure.

 

Leo Willemse.

PS: De tuinen van Bomarzo is trouwens het lievelingsboek van Prinses Beatrix!