Boekenblog; Jan Wolkers

Gepubliceerd op: 26 oktober 2017 14:33

Hoera, de biografie over Jan Wolkers, door Onno Blom is verschenen! En meteen oude, zorgelijke vraag in krant, op radio en tv: lezen middelbare scholieren Jan nog wel? Journalistiek kan vaak zo clichématig zijn. Nooit lees je of Hella Haasse, Alfred Kossmann, Johan Fabricius, Jan Mens, Renate Dorrestijn of Maartje Wortel nog wel door scholieren gelezen worden. Het gaat altijd weer over de z.g. Grote Drie, ik laat ze uit onvrede ongenoemd en Jan bungelt dan op 4.

Verder maakt men zich dan nog druk over Vestdijk, Couperus en Multatuli- de andere Grote Drie maar dan uit Het Verre Verleden, met Vondel, wie? Vondel! nog net in zicht op vier. Maar niemand die zich iets afvraagt over hun toen ook veel besproken tijdgenoten Jo van Ammers-Küller, Marcellus Emants of Busken Huet. Plus Bredero uiteraard. Zo zinloos allemaal. 

Tussen Oegstgeest en Texel

Laten we vooral blij zijn dat de biografie er is- Onno Blom heeft ons daar al tien jaar op voorbereid en dat veel werk van Jan Wolkers nog verkrijgbaar is, in boekhandel en natuurlijk nog veel beter in de bibliotheken. Want zou Werkkleding, Zwarte bevrijding of Serpentina’s Petticoat nog in elke boekhandel te vinden zijn? Of Gifsla? De Walgvogel? Toch verscheen dit laatste boek in 1974 in een ongehoorde oplage van 100.000. De verschijning was veel groter nieuws dan de nieuwe Herman Koch. “Die verdomde rotwinkel van ons in koloniale waren.” Iedereen in lezend Nederland die deze openingszin las was meteen waar Jan ons  wilde hebben: in Oegstgeest, bij het godvrezende gezin van de hoofdpersoon die met alle geweld los wilde komen van dat gezin. Ook als je niet gelovig grootgebracht, zoals ik, je ontkwam niet aan Jan Wolkers. 

Kleinbedrijf in Turks Fruit

Nou wilde ik dat ook helemaal niet, want ik was vanaf de eerste zinnen die ik als denk ik 14 jarige las, verknocht aan Jan. In de kamer van mijn oudere neven Frits en Toon bladerde ik door De Hond met de blauwe Tong. Naar dit  taalgebruik verlangde ik : “Natuurlijk was hij een viezerik, een stiekeme misdadiger,met zijn slimme perverse bedenksels, zijn vuile hinnikende lachen, en zijn angst, ja vooral zijn angst. Want hij was huiveringwekkend laf.” (De wet op het kleinbedrijf). Kijk dat zijn openingen! En dan moest de echte sex nog komen, maar daar had ik eigenlijk geen weet van, dat je die passages al bij Dominee met strooien hoed kon vinden. Natuurlijk, later, in Turks Fruit werd het uitbundiger,  maar mij bleef  vooral de scene bij waarin de vader van Olga zijn stoel bevuilt met zijn neuspeuterrestjes, plus diens eigen tekst op de Radetskymars. (Ik schrijf dit uit het hoofd, ik las T.F. voor het laatst in 1976.) De  beroemde verfilming vond ik drie keer niks, zelfs niet toen Rutger en Monique vrolijk door Amsterdam fietsten. Maar ja, Paul Verhoeven en ik… Floris, de televisieserie, die zie ik nog steeds graag. Ik hoor Paul wel graag praten over film en nog veel meer -hij was ooit een fantastische Zomergast.

Terug naar Wolkers

Jan Wolkers was de eerste auteur die ik in levende lijve zag; ik zat in mijn tweede jaar op de Bibliotheekschool. Voor meer dan 100 studenten gaf hij een lezing, na een inleiding van onze docent en Wolkersbewonderaar Kees Fens, docent op die school. Wolkers, in de kracht van zijn leven, was geweldig: geestig, beeldend, aanwezig. Mooiste moment: “Meneer Fens kan ongelooflijk goed lezen, hééé. Hij haalt dingen uit mijn boeken waar ik geen weet van had toen ik ze opschreef. Maar hij heeft wel gelijk!” Nog dichterbij kwam Jan toen mijn beste vriend samen bleek te studeren met Karina Wolkers. Ze raakten bevriend, en tot mijn grote jaloezie mocht hij met zijn vriendin bij Jan en Karina komen eten. Blij voor hun maar inwendig knarsetandend luisterde ik naar hun enthousiaste verhalen. Natuurlijk, Jan was aanraakbaar, stond graag in de belangstelling,zijn hartelijkheid was befaamd en wie naar Texel ging maakte grote kans op een ontmoeting. Maar toch…het was heel bijzonder.

Gelukkig waren er de boeken. Mijn favoriet blijft Terug naar Oegstgeest, een autobiografisch boek zoals die in 1965 nog nauwelijks geschreven waren. Ingehouden verteld, maar ook vol vergeten gruwelijkheden als dierenmartelingen ”niet besteed aan teerhartige zielen. ( ) Moeilijk voorstelbaar dat we met dezelfde man te maken hebben die tegenwoordig in kinderprogramma’s liefdevol lieveheersbeestjes en egeltjes optilt en toespreekt” (Rob Schouten, Trouw, ong. 1998)

De biografie van Onno Blom staat op het lijstje te lezen boeken. Ondanks alle geweeklaag over dat iedereen minder leest, verschijnt er veel meer dan ik ooit aankan. Moedig voorwaarts dus maar, om in de geest van één van de voormalige Grote Drie te blijven. Jan Wolkers verdient het!


Leo Willemse, geboren en getogen in Amsterdam-Noord, werkte vanaf 1973 in talloze functies bij de OBA. Hij nam afscheid in april 2017. Gelukkig schrijft hij nog met regelmaat boekenblogs voor de OBA. Hij leest ongeveer 100 boeken per jaar, van literatuur tot strips. Het resultaat van meer dan 60 jaar lezen vind je terug in zijn Boekenblog waarmee hij in 2010 begon.

Lees meer OBA-blogs