Metha's muziek; de oude ziel van de kamancheh

Gepubliceerd op: 16 juni 2014 13:44

Het treurige geluid van een kamancheh roept visioenen op van kale, lege landschappen. Van het meest desolate landschap ter wereld. Zoals misschien het landschap van een Iraanse woestijn?

Beelden opzoekend op het wereldwijdeweb blijkt dat redelijk te kloppen. Zand, zandduinen, kale rotsen en gesteente voor zover het oog reikt. Een eindeloze, grenzeloze leegte. Slechts de lucht trilt. De wind huilt. Het zand striemt. Onherbergzaam. Mensvijandig. De kamancheh klinkt als de onfortuinlijke mens die verdoold is geraakt in zo’n landschap. Uiterst eenzaam, op zichzelf teruggeworpen; een mens die misschien wel het ergste onder ogen moet zien. Wat is dat dan, een kamancheh? Een snaarinstrument ter grootte van een viool, met het toonbereik van een viool maar rechtop bespeeld als een cello. Het woord ‘kaman cheh’ betekent kleine (jaag)boog. Werd eerst getokkeld, maar later gestreken. Er worden verschillende vormen van kamanchehs in het Midden Oosten bespeeld, waarbij de lengte van de nek, de hoeveelheid snaren, het materiaal waarvan de snaren vervaardigd zijn en in welke stemming die snaren staan plus het soort huid dat over de bolle klankkast gespannen wordt, het geluid bepaalt. De strijkstok, meer gebogen dan die van een viool, wordt onderhands vastgehouden. Dit alles tezamen laat het melancholiekste geluid van alle soorten kamanches, wat heet, van alle instrumenten die ik ken opklinken, dat van de Iraanse kamancheh. Als de weeklacht van een zum Tode Betrübte.

Waanzin

De klassieke Perzische/Iraanse muziek heeft, zoals ik al eerder schreef, een hoogstaand en zeer ontwikkeld karakter. Muziek die zich gedurende eeuwen en eeuwen uiteindelijk vormde tot een zeer verfijnde hofmuziek. Luxueus, rijk in ornamentatie, gecompliceerd.
De klassieke zangkunst (Dastgah) is tot in het haast onmogelijke doorontwikkeld. De stem staat in Iran te boek als het moeilijkst onder de knie te krijgen instrument. Luisterend naar de tot aan waanzin grenzende, alle uithoeken van het geluid verkennende stemmodulaties van Iraanse zangers snap je waarom dat zo is.

Keyhan Kalhor Silk Road Project Air to Air

   

Trance

De kamancheh doet niet aan decadente hofmuziek denken, terwijl het toch een vaste component was in ensembles die aan de hoven speelden. Wat ook weer niet wil zeggen dat dit een ruw, onbeholpen maar charmant volksinstrument is, integendeel. Dit muziekinstrument roept alleen een weidse buitenwereld op; een wereld ver verwijderd van de geparfumeerde binnenwereld van de hofcultuur. Dit instrument klinkt puur en aards.
Het geluid lijkt op dat van een viool, maar klinkt omfloerster, strijkt minder onbeschaamd op de sentimenten zoals een viool dat kan doen. De kamancheh klinkt oosters- geheimzinniger, introverter. Hij trekt je langzaam maar onherroepelijk de muziek in en wiegt je in een soort trance.

Oude ziel

Kayhan Kalhor is een hedendaags virtuoos op de kamancheh. Hij is een Iraniër getooid met een traditionele, indrukwekkende borstel-op-de-bovenlip, Kader Abdollahstijl. Kalhor laat zijn kamancheh tot ver buiten Iran klinken. Hij gaat gedurfde, niet-traditionele samenwerkingen aan met musici uit heel andere disciplines en muziektradities. Allen evenzeer de moeite waard door de tomeloze inspiratie van Kalhor. Maar het mooist is het toch als hij solo zijn instrument laat klagen en huilen, gewoon gezeten in zijn huiskamer op het Perzische tapijt voor zijn platenkast.
Als je je ogen sluit net als Kalhor dat zelf doet als hij speelt, giert de wind over de vlakten. De ziel voelt zich oud, koud en eenzaam.

 

Metha Molenaar.