Metha’s muziek; Callas de goddelijke

Gepubliceerd op: 10 juli 2014 11:14

Van Klaus Nomi naar Maria Callas, het is voor mij slechts een kleine stap. In de tien jaar dat ik hier nu stukjes schrijf over muziek - ja dank u, het is dus een soort ‘jubileum’, uitgesproken graag op zijn Kees van Kootens- is het net zo makkelijk is het net zo makkelijk enthousiast te schrijven over André Hazes als over Antonio de Cabézon. Evenveel plezier in de muziek van de Gipsy Kings als in die van Mozart. De gemeenschappelijke factor is muziek gemaakt door gepassioneerde mensen.

Waar zij ziel en zaligheid in gelegd hebben. Wier passie een snaar raakt zoals dat zo mooi heet. Dat kan een snaar zijn: “poinggg!” die ongebreidelde vrolijkheid in mij losmaakt, zoals de levenslust van voornoemde Gipsy Kings. Dat kan de zwaar gestreken snaar zijn van empathie, droefenis en paniek zoals in Shostakovich’ muziek. Dat kan ook opeens en onverwacht raken aan diepe angsten en emoties zoals ‘The cold song’ van Purcell, gezongen door Klaus Nomi.

Enkele jaren terug schreef ik een stukje over hem. Las ik toevallig vandaag even terug en zoals dat dan gaat spring je opeens via Youtube naar Klaus Nomi’s vertolking van Saint Saens “Mon coeur s’ouvre á ta voix”, wat hij geweldig zij het af en toe lichtelijk valsjes, vertolkt in zijn kunststof jaren 80 outfit. Wát een aria is dat toch! Daar geef je je toch heerlijk en onbeschaamd aan over, aan die verleidelijk dalende notenreeks? Klaus Nomi uitschietertjes richting “nét niet’ irritereren toch. Jessye Norman is in alle opzichten bloody impressive maar legt het er te dik op. Waar kom je dan weer uit, op zoek naar de perfecte versie? Juist, bij mevrouw Anna Maria Sofia Cecilia Kalogeropoulo, beter bekend als Maria Callas, diva extraordinaire van de opera- nu nog steeds, bijna 40 jaar na haar dood.

zwaarlijvige types

Werd er vroeger mee doodgegooid thuis, met opera. Mijn moeder dweepte ermee. Zij had dienaangaande een collega van mijn vader geronseld, die ook iets met opera had. ”Meneer Groen”, een ongevaarlijk, zwaarbebrild, verlegen type man had samen met haar een opera-abonnement. Mijn pa was namelijk met geen stok naar de opera te krijgen.

Ik ben er ook niet dol op. Al die zwaarlijvige types in wonderlijke kledij, die vreselijk opgewonden en onverstaanbaar tegen elkaar staan in te brullen. Onwillekeurig schiet je te binnen: als ze maar geen last hebben van ‘vluchtige zwavelverbindingen’ want dan ben je gezegend als tegenpartij. De ongeloofwaardige verhalen, bizarre plotwendingen en dolle settings. Het gekunstelde van alles staat mij de emotie in de weg. Te té. Misschien komt die waardering nog. Later, als ik groot ben, haha.

aards randje

De uitzondering maakt Maria Callas voor mij. Haar zang was zó echt, dat oversteeg het geschoolde. Haar emotie kwam wel over; hoe bizar het verhaal ook wist zij het met haar zangkunst ziel te geven. Haar sopraan had een aangenaam aards randje, een haast volks timbre in het laag dat alles wat zij zong geloofwaardig maakte voor mij. Al had ze de busdienstregeling gezongen, ik was nog diep geroerd denk ik.

moeder als diva

Mijn moeder was idolaat van la Callas. Misschien ook omdat zij dusdanig op Callas leek dat haar wel eens om een handtekening is gevraagd. Echt waar, ik was erbij. Het was tijdens het instappen van een trein van Naarden Bussum naar Amsterdam nota bene. Hoe die persoon erbij kwam dat iemand als Maria Callas in Naarden Bussum de trein tweede klas van de Nederlandse Spoorwegen kon nemen, it boggles the mind maar het gebeurde. Ach, de televisie zetelde toen in Bussum, wie weet was Maria Callas daar geweest…zoiets. Mijn moeder straalde in elk geval: zij voelde zich even een diva á la Callas. Maar divas ontstaan niet zomaar.

hoe een diva te worden

1. Daar komt meestal, die goudmijn voor kunstenaars, een ongelukkige jeugd bij kijken. Ook bij de arme Maria die naar eigen zeggen het lelijke eendje in het nest was. Haar moeder had liever een zoon gewild, ze hád al een mooie, slanke, vriendelijke dochter en Maria was dikkig, bijziend, schutterig en verlegen maar... bleek wel een uitzonderlijk muzikaal talent te bezitten.

2. Een dominante moeder die haar eigen gemiste kansen projecteert op haar kinderen. Maria’s moeder heeft “haar haar jeugd ontnomen”; dwong haar al op zeer jonge leeftijd haar talent aan te wenden om geld te verdienen voor het gezin. Moeder dwong haar zelfs later met mannen mee te gaan om zo goederen en geld los te peuteren in krappe tijden. Die harteloze moeder zorgde er wél voor dat haar lelijke eendje les kreeg van de beste leraren waardoor Maria al gauw als een “fenomeen” werd erkend die “een intens warme lyrische stem had die als vuur kon opvlammen en de lucht vervulde met trillingen als van een carillion”.

3. Grenzeloze ambitie. Maria was een leergierige en onvermoeibare student en dat gecombineerd met haar enorme gave zorgde ervoor dat haar carrière al gauw een gigantische vlucht nam. Zij bleek alles aan te kunnen, van het dramatische pathos van Wagner tot Bellini; coloratuur  én belcanto en stampte als het moest in een paar dagen een rol in haar systeem.

en dan nog

4. Een versie van jezelf creëren waar het publiek voor valt. Op gegeven moment vond ze zichzelf opnieuw uit door enorm af te vallen. Het lelijke eendje werd een wonder van svelte elegantie. Hierdoor voelde zij zich uiteraard veel zelfverzekerder waardoor haar kunst nog eens enorm aan diepte won.

5. Talent. Haar zangkunst werd omschreven als “zo buitengewoon dat het haast beangstigend was”. Zo in volle beheersing van alles dat haar tot dienst stond en dat was zo gigantisch veel, dat zij zich in haar zangkunst totaal vrij kon uiten. Zij had zo’n enorme technische en intellectuele bagage dat er geen enkele belemmering meer was, zij kon hoger en hoger stijgen.
6. Diva wordt men uiteindelijk als al het bovenstaande met je op de loop gaat. Als men grenzen moet afbakenen omdat men anders geleefd wordt door de pers & publiek. Als men je dreigt op te eten met huid en haar en je dan kwaad wordt. Scènes maakt. En vervolgens uit genade valt.

zwarte stroop

Zelf hield ze helemaal niet van haar stem, ze beschrijft haar vroege stem als meer neigend naar een mezzosopraan: “een donker timbre, bijna neigend naar zwart. Zoals zwarte stroop (black molasses)”. Maar laat dat nu precies wat haar stem voor mij zo fascinerend maakt, dat zwarte randje.

Mon coeur s’ouvre á ta voix en zo is het.

Metha Molenaar.