Negen voorleestips voor ouders

zes voorleestips voor ouders

Of je nu voor het slapen gaan een mooi verhaal voorleest of overdag samen een (prenten)boek bekijkt, er worden herinneringen voor het leven gemaakt. De OBA geeft je graag een aantal tips om het meeste uit deze speciale momenten te halen.

Wist je dat voorlezen de woordenschat van je kind vergroot? En ook niet een beetje! Kinderen die vanaf de geboorte worden voorgelezen, maken in de eerste vijf levensjaren kennis met zo'n 300.000 extra woorden. Lees je 5 boekjes per dag voor, dan zijn dit er bijna anderhalf miljoen!

1 | Kies het juiste boek

Bij het kiezen van een boek helpt het om te bedenken wat op dit moment past bij de belevingswereld van je kind. Er speelt immers van alles, zoals een verjaardag die eraan komt, de komende vakantie, de seizoenen of een lievelingsdier. Of kies een boek dat aansluit bij een thema op school.

2 | Maak voorleesrituelen

Kinderen raken vertrouwd met allerlei rituelen: ‘zo doen wij dat altijd’! Het is dan ook prettig voor hen om ook van het voorlezen een dagelijks ritueel te maken. Kies een vertrouwd moment, op een knusse plek waar weinig afleiding is. 

3 | Kies een boek dat net iets te moeilijk is

Het kan prettig zijn om van anderen, zoals ouders of OBA-medewerkers, te horen welke titels geschikt zijn voor de leeftijd van je kind. Overleg hierin en probeer het gewoon uit als je twijfelt over een boek. Misschien helpt het om te weten dat een boek eigenlijk best net een beetje te moeilijk mag zijn. 

4 | Voorspel samen het verhaal

Vraag tijdens het voorlezen aan je kind hoe het verhaal verder zou kunnen gaan. Door te vragen wat er allemaal kan gebeuren, denken kinderen goed na over het verhaal en leren ze probleemoplossend te denken. 

5 | Leer van moeilijke woorden

Wanneer er moeilijke woorden in het boek staan, worden deze in de context van het verhaal vaak wel duidelijk. Zo niet, dan help je je kind het nieuwe woord te leren door er een plaatje bij aan te wijzen. Of geef een voorbeeld of een vervangend woord, en herhaal dan opnieuw het lastige woord. Zo onthoudt het kind het woord beter, dit helpt bij de ontwikkeling van het taalgebruik.

6 | Laat je kind vertellen

Geef je kind de gelegenheid mee te praten als je het verhaal voorleest. Alle opmerkingen zijn goed, het kind heeft tenslotte een eigen interpretatie over het verhaal en kan ook meepraten vanuit eigen ervaringen. Daar kun je vervolgens weer op ingaan en zo blijft het kind betrokken bij het verhaal. 

7 | Lees hetzelfde boek een paar keer voor

Er is een grote kans dat je kind een leuk verhaal nog een keer wil horen. En nog een keer. En nog een keer! En dat is eigenlijk heel goed, want elke keer leert het iets nieuws. Bij de eerste keer voorlezen zijn is je kind geboeid, bij de tweede keer is er het feest der herkenning, bij de volgende keren ontstaat oog voor detail en ontdekt het steeds weer iets nieuws in de plaatjes. Het hoeft ook niet saai te worden: bedenk bijvoorbeeld elke keer een ander onderwerp om het na afloop over te hebben.

8 | Een goede voorbereiding...

Lees de titel van het boek voor en praat met je kind over de voorkant. Maak het nieuwsgierig naar het verhaal. Als je de kaft samen bekijkt, kun je samen bedenken waar het boek over zou kunnen gaan.

9 | Stemmetjes gebruiken?

In prentenboeken staan vaak veel korte spreekteksten. Het is niet nodig om je extra in te spannen en met verschillende stemmetjes voor te lezen. Bij peuters is dat nog niet zo aan de orde. Als je langzaam voorleest, goed articuleert en je kind tijdens het voorlezen regelmatig aankijkt, dan tref je vaak veel beter de toon en zal je kind goed begrijpen wie er in het boek iets zegt.

Veel voorleesplezier!


Gratis jeugdlidmaatschap

gratis OBA Junior lidmaatschap

Wist je al dat alle kinderen en jongeren van Amsterdam tot 19 jaar gratis en boetevrij lenen bij de OBA? 

lees meer over het jeugdlidmaatschap en meld je meteen online aan